Van onze leiders verwachten we dat ze er voor ons zijn. Dat ze het groepsbelang voorop stellen, zich voor ons inspannen, daadkrachtig zijn en ons beschermen. De Minister van Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus, is verantwoordelijk voor de rechtsorde in ons land. Niet alleen op het gebied van wetgeving, maar ook ten aanzien van preventie en handhaving. Om die verantwoordelijkheid in te vullen en daarmee het landsbelang te dienen heeft hij niet alleen het mandaat maar ook de middelen.

Deze week bleek maar weer eens hoe moeilijk het is om deze verantwoordelijkheid in te vullen. Zo liet hij eerst na tien uren bezetting van een varkensboerderij deze ontruimen nadat een grote groep dierenactivisten deze had bezet. Om de zaak niet nodeloos te escaleren werd deze intimiderende vorm van huisvredebreuk en vernieling urenlang geaccepteerd terwijl de politie ‘aan het onderhandelen’ was met de bezetters. Jammer genoeg een beeld dat vaker te zien is in Nederland waar minderheidsgroeperingen alle ruimte krijgen om hun standpunten naar buiten te brengen waarbij de regels worden geschonden en individuele burgers zelfs worden geterroriseerd.

Vandaag konden we in verschillende kranten lezen dat onze leiders, die het mandaat en de verantwoordelijkheid voor de openbare orde hebben, ook niet in staat zijn de samenleving te beschermen tegen de criminaliteit van asielzoekers uit azc’s. Een hardnekkig probleem wat door diverse burgemeesters keer op keer is aangekaart maar tot nu toe op geen enkele politieke steun heeft kunnen rekenen. Daarbij hebben we het niet alleen over winkeldiefstallen en bedreigingen maar over zware mishandeling, moord en seksueel misbruik van kinderen. Die gevraagde steun blijkt verder weg dan ooit nu vandaag naar buiten kwam dat de omvang van het probleem door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Mark Harbers, bewust is verdoezeld. Ondanks het feit dat het Ministerie wel degelijk over harde en alarmerende cijfers beschikt, zijn deze cijfers met opzet uit de rapportages gehouden. Niet alleen geen steun, maar een bewuste opzet om het probleem te verhullen.

De vraag is hoe het toch komt dat onze politieke leiders die de openbare orde en de bescherming van de burger als hoofdtaak hebben, zo opzichtig voor hun verantwoordelijkheid weglopen en er kennelijk mee weg kunnen komen? Waarom vinden zij het volgen van de regelgeving en daarmee het vermijden van moeilijke vragen over beladen onderwerpen belangrijker dan de veiligheid en de bescherming van de burger? Het antwoord daarop kan alleen maar zijn dat zij hun politieke eigenbelang laten prevaleren boven het collectieve belang.

Zolang wij op aarde rondlopen als mensen zijn wij door de eeuwen heen geëvolueerd in de overtuiging dat wij als soort alleen kunnen overleven als wij onze krachten bundelen. Samenwerking is voor de mensheid niets anders dan een overlevingsstrategie. Waar mensen samenwerken heeft het veel waarde als iemand voorop gaat in de strijd, coördineert bij de jacht of interne conflicten binnen de groep kan oplossen. De groep benoemde zelf de leider van wie de groep wist dat ze met hem zouden overleven of gewoon beter af waren. Het leiderschapsinstinct bij ons mensen zet alleen aan tot volgen wanneer leiderschap toegevoegde waarde voor hen heeft. Als dat in de pre-historie niet meer het geval was nam de groep afscheid van zijn leider. Leiders die zich niet voor de groep willen inzetten en voor hun eigen belang kiezen, verliezen dan hun gezag. Hen restte het lot van de verstoting en de verbanning uit de groep. Tegenwoordig heet dat afscheid nemen. Grapperhaus en Harbers zijn inmiddels hun gezag kwijt en komen hiervoor in aanmerking.