Een historische terugblik: Arnhem, september 1944
Het is een jaarlijks terugkerend evenement in september: de herdenking van de slag om Arnhem. Dit jaar is het 75 jaar geleden en het lijkt ieder jaar groter te worden. Het verbaast mij ieder jaar weer dat er zoveel aandacht wordt besteed aan een volledig mislukte militaire operatie. Nu viel er al veel aan te merken op de bredere context van de Operatie Market Garden. Maar het Arnhemse deel van dit debacle is voor een belangrijk deel veroorzaakt door de verantwoordelijke Engelse generaals die in en rondom Arnhem zijn ingezet: Generaal-majoor Roy Urquhart als commandant van de 1e Britse Airborne Division en Brigade-generaal Gerald Lathbury, als commandant van de 1e Parachutisten Brigade. Beide generaals landden op de eerste dag van de operatie op zondagmiddag 17 september in 1944 in de buurt van Wolfheze. Wellicht heeft u met een zekere bewondering gekeken naar de stoere en daadkrachtige Sean Connery, die in de verfilming van de Operatie Market Garden, ‘Een Brug Te Ver’ de rol van generaal Urquhart speelde. Niet voor niets werd generaal Urquhart in 1946 onderscheiden met de Bronzen Leeuw, de één na hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding.
Besluiten worden overruled
Een nadere beschouwing van zijn functioneren en dat van generaal Lathbury geeft echter een ander beeld. Het is het beeld van twee micro-managers die de eerste dagen van de operatie voortdurend in de weg lopen en de verkeerde besluiten nemen. Urquhart kan een uur na de landing zijn ongeduld niet bedwingen als hij direct op een gerucht reageert dat het gros van de verkenningseenheid van de divisie niet op de Landing Zone is aangekomen. Hoewel hij bij de uitgifte van zijn plan in Engeland had aangegeven als commandant met zijn staf op de Landingszone te willen blijven tot de tweede lift op maandag zou arriveren, springt hij in zijn jeep om zelf op onderzoek uit te gaan. Zonder werkende radioverbindingen en zonder zijn chef staf te informeren waar hij heen gaat en hoe lang hij weg blijft. Na enkele uren heen en weer gereden te hebben komt hij brigade-generaal Lathbury tegen die zich in de opmars colonne van het 3e Parachutisten Bataljon bevindt. De drie bataljons van Lathbury’s brigade vormen op die zondagmiddag de voorste eenheden die langs drie verschillende richtingen zo snel mogelijk de verkeersbrug in Arnhem proberen te bereiken. Ook Lathbury is ongeduldig en oefent voortdurend druk uit op de bataljonscommandant van het 3e Parachutisten Bataljon, luitenant-kolonel John Fitch. Hij neemt beslissingen die eigenlijk door de bataljonscommandant moet worden genomen en geeft hem vreemd genoeg opdracht bij het invallen van de duisternis in Oosterbeek halt te houden waardoor 7 kostbare uren duisternis worden verloren. Het advies om dezelfde opmars route te nemen als het 2e Parachutisten Bataljon, dat ongezien de verkeersbrug heeft bereikt, slaat hij in de wind. Zowel Urquhart als Lathbury besluiten de nacht en ook de dag daarna bij het bataljon van John Fitch te blijven.
De verontruste staf van de divisie heeft op maandagmorgen geen idee waar Urquhart op dat moment is. Sinds zijn vertrek hebben ze niets meer van hem gehoord. Zijn chef staf besluit in zijn ongerustheid contact op te nemen met de commandant van de brigade die belast is met de beveiliging van de LandingZones en adviseert hem het commando over te nemen.
Geen leiding op het cruciale moment
Op maandagmiddag, als het 3e Parachutisten Bataljon zich op zo’n 1500 meter van de brug in de wijk Lombok in Arnhem-west bevindt, besluiten Urquhart en Lathbury terug te keren naar het divisiehoofdkwartier. Beiden slaan de waarschuwingen van de voorste eenheden, dat het gevaarlijk is zelfstandig op pad te gaan, inde wind. In de steegjes en smalle straten van dit deel van Arnhem raken ze de richting kwijt en worden afgesneden van de voorste eenheden. Bij een vuurgevecht met Duitse militairen raakt Lathbury gewond. Nederlandse burgers weten hen uit de handen van de Duitsers te houden door ze te verbergen op een zolder van één van de huizen. Inmiddels zijn er door de waarnemend divisiecommandant versterkingen naar Arnhem gestuurd. Die komen in de loop van de maandagavond aan in Arnhem-west. Op het belangrijkst moment in de operatie staan er in het westelijk deel van Arnhem 4 bataljons, zo’n 2000 parachutisten, gereed om de beslissende aanval naar de brug in te zetten en de link up met de parachutisten van het 2e Parachutisten bataljon tot stand te brengen. Terwijl de verantwoordelijke generaals Urquhart en Lathbury, de hoogste leidinggevende generaals van de 1e Britse Airborne Division, zich noodgedwongen schuil moeten houden op een zolderkamertje, volgt het ene misverstand op het andere. De bataljons besluiten zelf maar een plan te maken maar het moment van aanvallen wordt telkens door tegenstrijdige en onduidelijke richtlijnen vanuit de waarnemend commandant die zich in Oosterbeek bevindt uitgesteld. Met als gevolg dat er wederom kostbare uren duisternis verloren gaan. Als de aanval op dinsdagmorgen uiteindelijk wordt ingezet, loopt deze al bij daglicht vast. De Duitsers hebben voldoende tijd gehad een sterke verdediging in te richten. Er is dan ook geen doorkomen aan. Met de aangevoerde versterkingen weten ze de Engelse parachutisten terug te drijven. Het 3e Parachutisten Bataljon leidt zware verliezen. Onder de gesneuvelden is hun bataljonscommandant, John Fitch.
Contraproductief
Micro managers zijn in veel gevallen control freaks die het nodig vinden alles te controleren en elke stap van een opdracht zelf in de gaten te houden. Micromanagement heeft een desastreuze invloed op de productiviteit. Niet alleen bij militaire operaties maar ook in het bedrijfsleven en bij de (semi-)overheid. Managers die zich inhoudelijk gaan bemoeien met het werk van hun adviseurs, controle willen houden over de bedrijfsvoering en grip willen houden op de logistiek. In plaats van te vertrouwen op de professionaliteit van hun medewerkers. Ook daar leidt dat tot een lagere motivatie, het weerhoudt medewerkers om verantwoorde risico’s te nemen en staat daarmee innovatie in de weg. In relatie tot de beschreven situatie in de inleiding is het wrang om te moeten constateren dat het juist militairen zijn die weten hoe belangrijk het is om weg te blijven van micromanagement. Als geen ander weten ze dat het delegeren van bevoegdheden en het faciliteren van eigen initiatief tot een veel effectievere en snellere besluitvorming kan leiden. Om snel te kunnen anticiperen op snel wijzigende omstandigheden wordt het delegeren van bevoegdheden zo belangrijk gevonden dat de besturingsstijl daarop is aangepast. Binnen deze stijl, Mission Command, werkt het mechanisme zo dat alle leden van een team verantwoordelijkheid en initiatief tonen binnen een gegeven Commanders Intent. Dat leidt niet alleen tot betere en snellere besluiten, maar geeft ruimte voor creativiteit en vergroot de eigenwaarde van de medewerker. Een voorwaarde daarvoor is natuurlijk wel dat er voldoende vertrouwen bestaat om medewerkers ook die autonomie en flexibiliteit te geven.
Delegeren is niet alleen van belang in crisis situaties en alleen voorbehouden aan de krijgsmacht. Door weg te blijven van micromanagement houden leidinggevenden overzicht waardoor ze beter en sneller kunnen inspelen op wat er in de markt gebeurt. Het delegeren van bevoegdheden waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de creativiteit van professionals biedt de mogelijkheid om in een competitieve omgeving relevant en onderscheidend te blijven ten opzichte van de concurrentie.
Wilt u meer weten over Mission Command als leiderschapsstijl? En wilt u adviezen hoe micromanagement te voorkomen? Neem dan contact met ons op via www.missioncommand.nl.
Mooi stuk Otto. Zo herkenbaar in het bedrijfsleven. Control door managers i.p.v. vertrouwen en vakmanschap onder leiding van inspirerende leiders.